Populierenteelt

Het project Forêt Pro Bos voor de populierentelers

Een van de doelstellingen van het project Forêt Pro Bos is het verzekeren van voldoende houtige grondstof voor de toekomst en heraanplantingen meer dynamiek geven en aanmoedigen. In de projectregio is de populierenteelt een belangrijke maar bedreigde pijler voor deze bron van grondstoffen.

Om je meer informatie te geven over de populierenteelt en de verschillende aspecten ervan publiceert het project Forêt Pro Bos verschillende publicaties over de populierenteelt en de biodiversiteit binnen deze specifieke bosbouwtak.  Om deze te raadplegen neem je regelmatig een kijkje in het deel “publications” van deze website maar je kan je ook inschrijven voor onze nieuwsbrief!

Er zullen ook informatiedagen worden georganiseerd. Houd dus de komende evenementen in de gaten of blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief!

Voor vragen of advies kunt u altijd contact opnemen met de partners van het project Forêt Pro Bos. Verschillende spelers zullen voorgesteld worden in de brochure “Boseigenaren, Partners voor uw (her)bebossingsproject” die beschikbaar is op de website.

Wat is de “populierenteelt”?

Populierenteelt bestaat uit de woorden populier en teelt. Het gaat om het verbouwen van cultivars van populieren. Deze bosbouw onderscheidt zich van de traditionele bosbouw door zijn snelle groei (oogst tussen 15 en 25 jaar), door het gebruikte verjongingsmateriaal (door het aanplanten van stekken)) en ook door de lage aanplantingsdichtheid.

populiculteurs.jpg

De cultivars

Oorspronkelijk is de populier van nature aanwezig in verschillende secties met verschillende populiersoorten. Er zijn 6 secties : Abaso, Aigeiros, Leuce, Leucoide, Tacamahaca en Turanga. Daarvan vinden we er slechts 3 terug in onze regio’s en 2 daarvan dragen bij tot de verbetering van de gebruikte populiercultivars: Aigeiros (zwarte populieren) en Tacahamaca (balsempopulieren). De van nature aanwezige soorten zijn de witte populier, de zwarte populier (die nog maar weinig in een natuurlijke omgeving voorkomt) en de ratelpopulier. In onze bossen vinden we ook een natuurlijke hybride: de grauwe populier.

De populieren die worden gebruikt in de populierenteelt zijn cultivars die worden verkregen door de kruising van een populierensoort met een andere om een nakomeling te krijgen die bijvoorbeeld beter groeit en beter bestand is tegen ziektes en wind. De individuen die zo worden verkregen worden getest en op een vegetatieve manier vermenigvuldigd. Op die manier worden clonen gecreëerd met namen die vaak gebaseerd zijn op de toponymen (Ghoy, Isières, ...). De kruisingen kunnen worden uitgevoerd tussen populieren van verschillende secties (interamerikaanse hybriden) of binnen eenzelfde sectie (euramerikaanse hybriden). Er bestaan ook retrokruisingen wanneer het resultaat van een eerste kruising tussen twee secties daarna opnieuw gekruist wordt met een van deze secties (Grimminge, Dender en Marke).

 

Levert de kruising na verschillende jaren van testen in het laboratorium en op het terrein goede resultaten op, dan wordt de nieuwe populierensoort gebrevetteerd en cultivar genoemd. Deze cultivars zijn eenslachtige clonen die zich dus niet op natuurlijke wijze kunnen voortplanten. De voortplanting ervan gebeurt in parken met moederbomen waar deze bomen regelmatig gesnoeid worden om stekken te oogsten die dan na een of twee jaar in de grond zullen worden gebruikt voor de aanplantingen (zaailingen).

populi-nl.png

De populierenteelt

De populier kan voorkomen op verschillende bodemsoorten: van vrij droge tot nattere en soms zelfs moerasachtige grond. Voor om het even welke aanplant moet de bodem van het perceel worden geanalyseerd om te bepalen welke cultivars zich er het best ontwikkelen. Er bestaat immers een uitgebreid gamma aan cultivars met verschillende behoeften aan water, zuurstof of rijkdom van de bodem. Het is dus noodzakelijk om te kiezen voor cultivars die het best geschikt zijn voor de bodem waarop u wenst aan te planten. Een samenvattende tabel die gemaakt werd in het kader van het project Forêt Pro Bos omvat de vereisten voor de vaakst gebruikte cultivars. Deze tabel zal terug te vinden zijn in onze publicaties.

Eens deze stap achter de rug is kan het aanplanten beginnen. Het aanplanten vereist doorgaans een voorafgaande bewerking van de bodem om het eventuele onkruid te verwijderen en het perceel te “kuisen”. Dit zal het werk tijdens het aanplanten vergemakkelijken en de groei van de zaailingen bevorderen. Na het bewerken van de bodem kan het eigenlijke aanplanten beginnen. De zaailingen worden geplaatst in gaten die worden gemaakt met een grondboor en die 7 of doorgaans 8 meter van elkaar verwijderd zijn. Later wordt overgegaan tot het vrijmaken en wieden van de nabije omgeving om de aanwezigheid van concurrerende soorten te beperken en de toegang voor toekomstige teeltzorgen te vergemakkelijken.

Deze zorgen worden vormsnoei en onderhoudssnoei genoemd. De vormsnoei gebeurt gedurende de 4 eerste jaren en het doel is een rechte stam te behouden over de eerste 6 meter. Later krijgen de bomen twee of drie onderhoudssnoeibeurten om beetje bij beetje een stam zonder takken te creëren - die schacht wordt genoemd - tot op een hoogte van 6 tot 8 meter. Dankzij deze twee operaties kan de verkoopprijs van het hout aanzienlijk worden verhoogd. Ze zijn dus belangrijk en moeten met zorg worden uitgevoerd.

Wanneer deze stappen achter de rug zijn, zijn de populieren doorgaans 12 tot 15 jaar oud en dan is het gewoon wachten tot ze hun exploitatieafmetingen hebben bereikt (een omtrek van ongeveer 150 cm op 1,50 m van de grond) om ze te oogsten.

Het rendement

Door de hoge groeisnelheid en de correcte verkoopprijs per kubieke meter (30 tot 40€/m³) is de populierenteelt, ondanks de verschillende interventies die nodig zijn, een van de meest rendabele vormen van bosbouw. Het interne rentabiliteitspercentage van de populier, wanneer aangeplant op de juiste plaats, situeert zich doorgaans tussen 4 en 6%. Dat betekent dat over de investeringsperiode, op het moment van de verkoop, de verschillende uitgaven (terrein, aanplanting, werken) geannuleerd zouden worden om het oorspronkelijke bedrag terug te krijgen en er de interesten op te krijgen (vergelijkbaar met de interestvoet van de bank). We kunnen ervan uitgaan dat de investering voor de aanplanting en de interventies ongeveer 3500 €/ha bedraagt. Na ongeveer 20 jaar bedraagt de bruto-opbrengst 7000 tot 9000 €/ha, goed voor een netto-opbrengst van 3500 tot 5500 €/ha.

De biodiversiteit in een populierenaanplanting

Deze populierenparken, die voor velen een van onze mooiste boslandschappen vormen, lijken misschien wel arm aan biodiversiteit, maar in werkelijkheid krioelt het er door de snel veranderende halfopen omgeving van de algemene of van deze omgeving afhankelijke dier- en plantensoorten. Aangezien ze zich soms in vrij vochtige zones bevinden maken de populierenaanplantingen het ook mogelijk om bepaalde natuurlijke habitats in stand te houden (ruigten, elzen-essenbos) die anders opgeofferd zouden worden voor landbouwdoeleinden.

 

20170912_142835.jpg